Kruiden basis van de geneeskunst
Kruiden basis van de geneeskunst.
Waarom plaats ik dat zo stellig? Omdat vaak het gebruik van kruiden als “alternatief” wordt gezien, alternatief en niet bewezen. Maar is dat wel zo?
Veeartsen hebben, al vanaf het begin dat het als studiediscipline in de 17-de eeuw geïntroduceerd werd, onderzoek gedaan naar het gebruik van planten. Daar waar het toen vooral op basis van ervaring werd toegediend, kunnen nu steeds beter de inhoudsstoffen van de planten worden aangetoond. De werkzame stoffen van de planten worden uit de plant gehaald, geïsoleerd en in reguliere medicijnen gebruikt. Of de werkzame stoffen van de plant worden nagemaakt en tot medicijnen verwerkt. Denk hierbij aan moerasspirea en wilgenbast die als basis voor pijnstilling werden/worden gebruikt.
Wat vanaf de 17-de eeuw de conventionele diergeneeskunde was, wordt nu als alternatief betiteld maar vormt wel de basis van de huidige diergeneeskunde. Dat houdt niet in dat alle kennis van toen, juist was maar ook zeker niet dat alles onjuist was. Er is vanaf 1803 systematisch onderzoek gedaan naar het gebruik van planten in de geneeskunst. Er zijn nog steeds en wellicht juist steeds meer onderzoeken naar gebruik van planten bij diverse aandoeningen. Dat “juist nu” komt onder andere doordat het gebruik van insecticide en antibiotica steeds meer ter discussie staat.
Dat planten werkzame stoffen bevatten, zal niemand willen ontkennen. Maar je moet wel weten waar je mee bezig bent, weten hoe je de kruiden inzet en welke bijwerkingen op kunnen treden. Op eigen houtje allerlei kruiden aan dieren toedienen, is alles behalve verstandig. Raadpleeg daarvoor altijd een natuurgeneeskundige of holistisch werkende dierenarts.
Voor wie geïnteresseerd is wat er wetenschappelijk te vinden is over het gebruik van planten, verwijs ik naar Pubmed welk op internet vele medische onderzoeken publiceert. Daarnaast zijn er ook tijdschriften op het gebied van phytotherapie online te vinden.